Tot nu toe was het burgerlijk huwelijk altijd het onbeminde zusje van het grote huwelijk met een kerkelijk huwelijk of gratis ceremonie.
Zo trouwde ze, ook in kleine groepjes, ’s ochtends snel, ergens tussenin. Andere, goedkopere outfit, ook erg los of draagbaar later na de bruiloft. Daarna ging je taart eten met de belangrijkste mensen of naar een restaurant, ’s avonds ging je naar huis.
De huwelijksakte in het register, gedaan en verder. En we hebben het hele grote feest bewaard voor de grote trouwdag. Crisissen brengen bij iedereen nieuwe pagina’s naar voren.
De crises
Daag crises uit, confronteer ze. Alle. Met nieuwe situaties en bestaande plannen. Bij crises ervaren mensen dat ze ondersteuning nodig hebben, dat ze aangemoedigd moeten worden. Dat het gewoon niet alleen werkt. En hoef ook niet te gaan.
En crises brengen bij bruiloften ook andere kanten naar voren. Omdat liefde geen pauze neemt. En ja zeggen? Geen van beide! We weten allemaal niet wanneer precies grote huwelijksfeesten met veel gasten weer gevierd kunnen worden.
En daar zijn we weer, bij het burgerlijk huwelijk. Omdat een crisis ook reflecteert op de essentie: op het ja-woord, de huwelijksbelofte, de ringen uitwisselen (hoewel je natuurlijk niet veplicht bent om ringen te nemen), samen oud willen worden, goede en slechte tijden doormaken. Dan wordt deze officiële ceremonie ineens het ankerpunt van de liefde, je vaart zelfs zonder groot feest of bruiloft de haven van het leven binnen.
Klinkt kaal, maar voelt heel romantisch aan. Wanneer je een manier kunt vinden om ondanks de grootste crisis ja tegen elkaar te zeggen. Met z’n tweeën, maar twee voor de ambtenaar van de burgelijke stand.
Eventueel kun je nog, natuurlijk als deze crisis voorbij is, lekker gaan eten met vrienden of familie, en zo toch nog het huwelijk een beetje vieren.